Pieter Jansen, directeur onderwijscoöperatie T-PrimaiR en ambassadeur Regionale Taskforce Kindermishandeling
Nu we met z’n allen in de ban zijn van het coronavirus, is er veel aandacht voor de betrokkenheid en de inzet van zorgpersoneel. En terecht. Maar als directeur van T-PrimaiR, gebruik ik dit podium graag om leerkrachten in het primair onderwijs in de schijnwerpers te zetten. Ook al zitten de meeste kinderen thuis, hun betrokkenheid bij en inzet voor leerlingen is onverminderd groot. En dat geldt ook of misschien wel juist voor de meest kwetsbare kinderen.
De scholen zijn nu ruim drie weken dicht. Het onderwijs op afstand verloopt in het algemeen goed. Leerkrachten maken zich in rap tempo nieuwe digitale technieken eigen. Ze doen hun uiterste best om in contact te blijven met kinderen, vooral met leerlingen om wie ze zich zorgen maken.
Scholen belangrijke vindplaats
Sinds de oprichting in 2017 ben ik ambassadeur van de Taskforce Kindermishandeling. Ik vind het belangrijk dat het onderwijs binnen de taskforce goed is vertegenwoordigd. Want basisscholen zijn een belangrijke vindplaats voor opvoed- en opgroeivraagstukken. En een onveilige thuissituatie hoort daar soms helaas ook bij.
Ik voel me ook persoonlijk betrokken bij dit onderwerp. De laatste jaren heb ik veel ervaringsverhalen gehoord van volwassenen die als kind werden mishandeld. Dat doet elke keer weer iets met me. De impact die dit heeft gehad op hun verdere leven is steevast enorm. Als je de onveiligheid van kinderen weet te verminderen, draagt je dus bij aan een betere toekomst. Je draagt bij aan hun levensgeluk.
Ik ben tevens ambassadeur geworden omdat ik als directeur van onderwijscoöperatie T-PrimaiR mensen en organisaties met elkaar kan verbinden en het onderwerp op de agenda kan zetten. Niet alleen heb ik regelmatig contact met de bij de coöperatie aangesloten schoolbesturen voor primair onderwijs. We werken bijvoorbeeld ook samen met het voortgezet onderwijs en organisaties op het gebied van welzijn, sport en cultuur. Door de handen ineen te slaan, kunnen we onveilige thuissituaties beter signaleren en aanpakken.
Veilige plek
De school is een veilige plek voor kinderen en ouders. Zo staat het in ons onderwijsmanifest. Als het gaat om kindermishandeling, is dat onze kracht én onze zwakte. Voor leerlingen die te maken hebben met misbruik, fysiek of psychisch geweld, is de school een veilige haven. Tegelijkertijd is een vertrouwensrelatie met kinderen en ouders de basis voor goed onderwijs. Die relatie koesteren we. Daarom is het voor scholen zo belangrijk om bij vermoedens van kindermishandeling de hulp te kunnen inroepen van andere maatschappelijke organisaties. Instanties die makkelijker bij gezinnen achter de voordeur komen bijvoorbeeld.
Ambassadeur zijn van de taskforce is geen gemakkelijke rol. Problemen in gezinnen kunnen heel ernstig zijn en niet eenvoudig op te lossen. Wanneer doe je het in zo’n situatie goed als professional? Dat ontslaat ons echter niet van onze inspanningsverplichting. Naar schatting 3000 kinderen in deze regio hebben te maken met huiselijke geweld. Daar kun je je ogen niet voor sluiten.
Tactiek van de verleiding
Als ik inzoom op het primair onderwijs, dan heb ik ervaren dat een top-down benadering niet werkt. Leerkrachten verplichten een meldcodetraining te volgen, heeft bijvoorbeeld geen zin. T-PrimaiR kiest voor de tactiek van de verleiding of het verlangen. We proberen het gevoel van urgentie te vergroten. Wat ertoe kan leiden dat scholen zélf kiezen voor professionalisering op het gebied van kindermishandeling.
Wat ook heel belangrijk is bij dit thema, is een veilige werkomgeving. Voelt een leerkracht die signalen oppikt van kindermishandeling, zich vrij om dit met een collega te bespreken? Durft hij of zij iets te ondernemen?
Lespakketje afgeven
Terug naar de huidige situatie, naar het onderwijs op afstand. Veel leerkrachten zijn in hun hoofd continu bezig met ‘hun’ kinderen. Ze doen wat ze kunnen, bijvoorbeeld door zo nu en dan op de fiets te stappen om een lespakketje af te geven. Of door elke dag even met sommige leerlingen te (beeld)bellen.
Natuurlijk is het moeilijk om een vinger aan de pols te houden als je een leerling niet meer op school ziet. Maar ik ben ervan overtuigd dat leerkrachten heel goed aanvoelen – ook op afstand – of kinderen zich onder de huidige omstandigheden voldoende kunnen ontwikkelen. Ze merken of een leerling zichzelf is of niet.
Opvang kwetsbare kinderen
Voor kinderen die als kwetsbaar bekend staan, wordt sinds 30 maart opvang geregeld op scholen en kinderdagverblijven. Dit geldt ook voor leerlingen met een onveilige thuissituatie. De gemeente Tilburg heeft dit, in samenwerking de andere gemeenten in Hart van Brabant, voortvarend aangepakt.
Wat scholen erg helpt, is dat ze niet hoeven te bepalen welke leerlingen in aanmerking komen voor opvang. Dat doet de gemeente, in overleg met jeugdzorgaanbieders en de Toegang. Daar zijn duidelijke criteria voor opgesteld, hoewel dat best even zoeken was. Leerlingen worden bij scholen aangemeld en die nemen vervolgens contact op met de ouders. Kwetsbare leerlingen zijn ook niet elke dag op school. Soms gaat het om een paar uur per week. Het is altijd maatwerk.
Scholen hoeven dus geen verantwoording af te leggen aan ouders die vragen waarom hun kind niet in aanmerking komt voor opvang en andere leerlingen wel. En dat is belangrijk, gezien de waarde die scholen hechten aan een goede relatie met het ‘thuisfront’.
Uit beeld
Er zijn in de regio ook duidelijke afspraken gemaakt om te voorkomen dat kwetsbare leerlingen uit beeld raken. Scholen laten elke dag weten of de kinderen aanwezig zijn en zo niet, of er contact met de ouders is geweest.
Lukt het leerkrachten niet om ouders te bereiken, dan proberen ze het op een andere manier. Bijvoorbeeld via organisaties die het gezin begeleiden. Maar als ouders écht niet thuisgeven, dan staan we onmachtig. Je kunt niet alles zien, herkennen en voorkomen.
Ervaringen van scholen worden gedeeld in de werkgroepen die in no time zijn opgetuigd voor overleg over de opvang van kwetsbare kinderen. En als leerlingen extra ondersteuning nodig hebben, kunnen we dat ook snel regelen. Schoolbestuurders zijn in het algemeen erg tevreden met de manier waarop we de opvang van kwetsbare leerlingen hier in Hart van Brabant hebben aangepakt.
Lessen geleerd
Vooruitkijkend zou het zomaar kunnen dat de coronacrisis heeft bijgedragen aan een beter bewustzijn van wat er soms speelt in de thuissituatie. Een beter bewustzijn ook van wie onze meest kwetsbare leerlingen zijn. En waaraan je hen kunt herkennen. Misschien kunnen we straks, als de situatie weer is genormaliseerd, hier nog eens rustig op terugkijken. En onszelf afvragen welke lessen we hebben geleerd voor de toekomst.