“Creëer een omgeving waar kindermishandeling bespreekbaar is”

Taskforcelid Karin van Esch
Karin van Esch, directeur GGD Hart voor Brabant en ambassadeur Regionale Taskforce Kindermishandeling:

Alle jeugdigen in Nederland hebben tot hun achttiende verjaardag recht op jeugdgezondheidszorg; dit wordt betaald door de overheid. Het doel hiervan is bijdragen aan een gezonde en veilige opgroeisituatie. In Midden-Brabant wordt deze zorg aangeboden door de GGD Hart voor Brabant. De GGD ziet dus in principe alle kinderen en gezinnen, en komt ook nog eens op alle scholen. Een unieke positie. Die benutten we graag in de strijd tegen kindermishandeling.

Het liefst voorkómen we natuurlijk dat ouders of anderen geweld gebruiken tegen kinderen. Dat past helemaal bij een organisatie als de GGD, die zich bezighoudt met preventieve gezondheidszorg.

Hoe we dat doen? Bijvoorbeeld door met ouders in gesprek te gaan over opvoeden, voorlichting te geven, vroegtijdig te signaleren en waar nodig aanvullende hulp te bieden. Elke ouder of verzorger weet zich soms geen raad met het gedrag van zijn of haar kind. Je denkt: Help, is dit normaal?! Dan is het heel waardevol dat je je verhaal kwijt kunt. Dat je hoort dat je niet de enige bent. Dat je er iets aan kunt doen.

Stevig Ouderschap

Het bespreekbaar maken van opvoedingsvragen is al enorme winst. En als ouders ergens over door willen praten, dan kan dat. De GGD biedt chats, inloopspreekuren, coaching enzovoorts. Als het nodig is, verwijzen we ook door naar specialistische (jeugd)hulp.

Hoe vroeger je erbij bent hoe beter. Dat is ook het idee achter ons project Stevig Ouderschap. We werken hierin samen met de kraamzorg en richten ons op de eerste duizend dagen van een kind. Het idee is om ouders die geen makkelijke start hebben, een steuntje in de rug te geven. We gaan  een aantal keer op huisbezoek, vanaf de zwangerschap totdat het kind twee jaar wordt. De bedoeling is om het zelfvertrouwen en de zelfredzaamheid van ouders te vergroten en hun sociale netwerk te versterken. Dat verkleint het risico op ernstige opvoedproblemen en kindermishandeling.

Ik kan het verschil maken

De GGD Hart voor Brabant is actief in 25 gemeenten. Tilburg is er één van. Ik had dus al van de Taksforce Kindermishandeling gehoord toen de Tilburgse wethouder Marcelle Hendrickx mij vroeg ambassadeur te worden.

Omdat ik denk dat ook ik een bijdrage kan leveren, heb ik ja gezegd. De GGD is actief in een groot netwerk: gemeenten, ziekenhuizen, welzijnsorganisaties en veiligheidsregio’s – waarin onder meer politie en brandweer zijn vertegenwoordigd. In mijn rol als directeur kan ik de aanpak van de taskforce in dit netwerk verspreiden.

Ik kan andere organisaties aanmoedigen om, net als GGD Hart voor Brabant, medewerkers te trainen in het handelen volgens de meldcode. Ons vizier was natuurlijk al heel erg gericht op het signaleren van kindermishandeling. Maar door de stimulerende bijdrage van de taskforce zijn we dat deel van ons werk nu verder aan het professionaliseren.

Weken onrustig op basisschool

Ook in het onderwijs vragen we aandacht voor signalering en de meldcode. We kómen al op die scholen. Dan is het een kleine stap om onze kennis over en ervaringen met kindermishandeling te delen met docenten, intern begeleiders en zorgcoördinatoren.

Ik besef dat handelen volgens de meldcode niet eenvoudig is voor medewerkers in het onderwijs. Zeker niet als je je genoodzaakt voelt om een melding te doen bij Veilig Thuis. Ik heb dat eens van dichtbij meegemaakt. Zo’n melding heeft enorme gevolgen: voor het kind, het gezin en de medewerkers van de school. Het is weken onrustig geweest op die basisschool. Mensen waren erg geschrokken en er kwamen heftige emoties los. Maar gelukkig is er professioneel gehandeld en kwam er hulp voor het kind en het gezin.

Veilig meldklimaat creëren

Hoe ik voor mijn medewerkers het verschil probeer te maken? Waar ik maar kan, probeer ik collega’s te steunen in hun rol. In het signaleren, het gesprek aangaan en – als de veiligheid van het kind in het geding is – het melden. Ik probeer er voor hen te zijn, begrip te hebben voor hun dillema’s, achter hen te staan, ook en misschien juist als er weerstand is.  Ik vind het mijn taak een werkklimaat te creëren waarin medewerkers zich veilig weten wanneer ze in actie komen tegen kindermishandeling.

Niemand wil dat kinderen worden mishandeld, ook de ‘daders’ niet. Ik ben dan ook blij dat ik me kan inzetten voor de slachtoffers en iedereen om hen heen. Die rol past ons. Uit onderzoek is bekend dat langdurig onveilig opgroeien leidt tot gezondheidsproblemen op latere leeftijd. Dus preventie en kennis verspreiden levert heel veel op. Niet alleen voor het kind, maar voor de hele maatschappij.

Tips

Tot slot nog enkele tips voor collega-directeuren:

  • Bied je medewerkers een meldcodetraining aan.
  • Creëer een omgeving waarin ze zich veilig voelen om kindermishandeling bespreekbaar te maken.
  • Weet waar jouw organisatie terecht kan met signalen van kindermishandeling; zorg dat je sociale kaart op orde is.
  • Werk uit welke opties er zijn na signaleren en wat passend is in een bepaalde situatie.