‘Het afleveren van een knutselpakket is weer een contactmoment’
Hoe blijven pedagogisch medewerkers in contact met peuters die door de coronamaatregelen thuiszitten? En op welke manier achterhalen ze hoe het met deze kleintjes gaat? Kinderopvangorganisaties blijken heel creatief in het onderhouden van de relatie met ouders en kinderen, vertelt Christien Theulen, directeur pedagogiek en kwaliteit bij de Kinderopvanggroep.
Het is stil bij peuteropvang, kinderdagverblijven en ook buitenschoolse opvang. Kinderopvangorganisaties zien hooguit 8 tot 13 procent van de kinderen die ze normaalgesproken opvangen. Alleen kinderen van ouders met cruciale beroepen of kwetsbare kinderen zijn aanwezig.
Om in contact te blijven met de rest bellen de mentoren, de vaste contactpersonen van de kinderen, minimaal een keer per week even op. Ze informeren bij de ouders hoe het gaat. “En de kinderen zelf vinden het dan ook heel leuk om even met hun mentor te spreken”, zegt Christien.
Tips voor thuisactiviteiten
De kinderopvanglocaties sturen elke week een nieuwsbrief naar de ouders. Daarin staan bijvoorbeeld tips voor het maken van een dagindeling of voor thuisactiviteiten. Niet alleen handig, maar vaak ook weer een aanleiding voor contact tussen mentor en ouder.
“Sommige gezinnen in multiprobleemwijken blijken bijvoorbeeld geen knutselspullen in huis te hebben”, zegt Christien. Dus zijn er pakketjes met papier, lijm, verf en dergelijke gemaakt. Pedagogisch medewerkers leveren die thuis af – met inachtneming van de afstandsregel. Of ouders halen ze op, op een afgesproken tijdstip, om te voorkomen dat ze allemaal tegelijk op de stoep staan.
Begeleiding op afstand
Bij de Kinderopvanggroep zijn tientallen kinderopvanglocaties in Tilburg en de regio Eindhoven aangesloten. Die blijken ontzettend creatief in begeleiding op afstand. Zo zijn in Tilburg 120 speelgoedpakketten verstrekt aan kinderen uit kwetsbare gezinnen, in samenwerking met welzijnsorganisatie ContourdeTwern. “Dat was zo’n succes, dat er weer een nieuwe ronde komt.”
Peuters in Waalre met een taalachterstand hebben elke week een ander boekje in huis waarmee ze kunnen oefenen. En op YouTube verschijnen filmpjes van pedagogisch medewerkers die voorlezen aan ‘hun’ peuters. Andere kinderopvangorganisaties hebben stoepkrijt gekocht en bij ouders afgegeven. Aan verzoeken om filmpjes te maken van de thuissituatie, geven gezinnen veelvuldig gehoor.
Hartverwarmende initiatieven
Allemaal hartverwarmende initiatieven natuurlijk, maar er steekt meer achter. “Het afleveren van een pakje stoepkrijt bijvoorbeeld is een mooie gelegenheid om even langs te gaan bij ouders. Even een ‘tuingesprek’ met ze te houden”, zegt Christien. “En als er vervolgens foto’s van prachtige stoeptekeningen terugkomen, reageer je daar ook weer op.”
Bijna alle ouders staan open voor contact en zijn doorgaans blij dat ze even kunnen praten met de medewerkers van de kinderopvang, of dat nu telefonisch is of aan de deur. “Ze vinden het fijn om met een andere volwassene over hun kind te spreken.”
Andere vragen stellen
Regelmatig contact is ook een manier om erachter te komen of gezinnen zich weten te redden tijdens de coronacrisis. Of de thuissituatie van kinderen veilig is. Dat is geen kwestie van alleen informeren hoe het gaat.
“We adviseren hoe je dieper kunt kijken door ándere vragen te stellen”, zegt de directeur pedagogiek en kwaliteit. “Vraag bijvoorbeeld eens: wat doe je overdag? Of: heb je iemand bij wie je je verhaal kwijt kunt?”
Het Servicebureau Kinderopvang, onderdeel van de Kinderopvanggroep, verstrekt deze en andere adviezen aan kinderopvanglocaties. Dit gebeurt onder andere via het versturen van nieuwsbrieven. “Op die manier proberen we medewerkers te stimuleren alert te blijven op wat niet goed gaat thuis”, aldus Christien.