Cees Hoefnagels, psycholoog en onderzoeker aan de Hogeschool Utrecht, onderzocht op basisscholen in Tilburg die met het Marietje Kessel Project werken of deze weerbaarheidstrainingen leiden tot meer onthullingen van kindermishandeling door de kinderen zelf. Hij onderzocht ook wat dit doet met de kinderen en met de leerkrachten. De Taskforce Kindermishandeling was mede opdrachtgever van het onderzoek.
Cees Hoefnagels : ‘Als kindermishandeling een monster is, dan is het er een met veel koppen. Een kop die ik belangrijk vind is het isolement waarin kindermishandeling plaatsvindt. Daarin blijft niet alleen het kind alleen, het isolement dient ook als conditie voor het continueren ervan, het houdt dit monster in leven. Maar we kunnen dit monster echt een kopje kleiner maken. Door het zogezegd recht in de bek te kijken. Dat is wat deze kinderen en leerkrachten in Tilburg e.o. gedaan hebben.’
Praten met kinderen moet!
Hoefnagels doet al jaren onderzoek naar een preventievere aanpak van kindermishandeling. Hij vindt dat de samenleving zich niet moet afwenden, maar juist open moet staan voor het verhaal van kinderen. ‘Als een kind zelf vertelt dat het wordt mishandeld, is dat een dijk van een signaal, dat niets aan duidelijkheid te wensen over laat.’, zegt Hoefnagels. ‘Maar als je een kind een kans wilt geven om daar wat over te vertellen, maar moet je een kind wel uitnodigen om daarmee te komen. Het basisonderwijs is daarvoor een geschikte plek, met leerkrachten als optimale vertrouwenspersonen.’
Cees Hoefnagels voerde zijn onderzoek uit op basisscholen in Tilburg waar het Marietje Kessels Project gegeven wordt. Het Marietje Kessels Project is een onderwijsprogramma waarbij leerkrachten in staat worden gesteld kindermishandeling in de klas bespreekbaar te maken. Op de scholen die dit programma in de klas uitvoerden, blijkt er significant meer kans op een onthulling door het kind, dan in scholen die dat die niet deden: gemiddeld bijna één onthulling per twee klassen. ‘In zijn algemeenheid weten we dat kinderen, na een vriendje of vriendinnetje, het liefst aan een leerkracht over hun ervaringen willen vertellen. Je moet dus echt durven vragen en luisteren naar kinderen’, aldus Hoefnagels.
Hoe gaat het thuis?
Veruit de meeste leerkrachten en intern begeleiders vertelden de onderzoeksgroep dat de onthullingen op school positieve sociaal-emotionele gevolgen voor het kind hadden. Het deed de kinderen goed om het te vertellen. ‘Het kernwoord is: opluchting’, zegt Hoefnagels. Ook zagen de leerkrachten dat hun vertrouwensband met het kind groeide. Hoefnagels realiseert zich ‘donders goed’ dat het veel van het onderwijs vergt om, naast al het werk dat ze reeds hebben, tevens de deze rol op te pakken. ‘Maar de school is als het tweede pedagogische milieu zo enorm belangrijk als het niet veilig is bij de ouders, het eerste pedagogische milieu. We zullen leerkrachten in staat moeten stellen om een kind te vragen: hoe gaat het thuis?’
Vervolg
De conclusie van Cees Hoefnagels dat je echt moet durven vragen en luisteren naar kinderen, sluit goed aan bij de leerlijn Weerbare kinderen binnen het PO en de visie van de regio Hart van Brabant. We willen het gesprek aangaan met kinderen over het recht van kinderen om veilig op te groeien. En kinderen dus duidelijk maken dat ze recht hebben op een veilige jeugd. Dat kun je het beste doen binnen het onderwijs, de plaats waar al onze kinderen komen.
- Zie ook het interview met Cees Hoefnagels op ZonMw
- Wilt u het onderzoeksrapport ontvangen, stuur dan een mail naar Taskforcekindermishandeling@tilburg.nl.