
Op 22 mei kwamen leerkrachten, interne begeleiders, medewerkers zorgteams en anderen werkzaam binnen basis- en voortgezet onderwijs in de regio Hart van Brabant bijeen om kennis, ervaring en inzichten te delen over kindermishandeling. Slechts 3% van alle meldingen bij Veilig Thuis komt via het onderwijs. Reden genoeg dus om samen te werken aan meer bewustzijn en het doorbreken van handelingsverlegenheid. Met bijeenkomsten zoals deze wil de Taskforce Kindermishandeling hieraan bijdragen.
Introductie Taskforce
In een korte introductie vertellen drie leden van de Taskforce waarom zij zich hebben aangesloten bij de regionale Taskforce Kindermishandeling:
Pieter Jansen, directeur onderwijscoöperatie T-primair:
“Ik vind het belangrijk dat je elk kind een optimale kans voor ontwikkeling biedt. We weten dat je je hele leven last kunt hebben van trauma’s die je in je jeugd oploopt. Dat willen we voorkomen. Doordat er op tijd over gesproken kan worden. Ik denk dat het primair onderwijs daar een grote rol in kan spelen.”
Tomas Oudejans, Rector Theresia Lyceum:
“Wij denken een vindplaats te zijn van veel zorg, maar als het om dit onderwerp gaat, vinden we maar een klein deel. Wij moeten leren om heel goed de indicatoren te herkennen van kindermishandeling. Een andere les heb ik de vorige bijeenkomst geleerd door de presentatie van professor Kenis over een zaak in Groningen die volledig uit de hand is gelopen. Hier werkten allemaal betrokken mensen aan die allemaal heel erg hun best hebben gedaan, maar allemaal naast elkaar, langs elkaar en niet met elkaar. Als we het voor elkaar krijgen om mét elkaar dit probleem aan te pakken, dan vind ik dat een prachtige opbrengst.”
Tom Pietermans, directeur Veilig Thuis Midden-Brabant:
“Ik wil heel graag werken aan het ontschotten van de wereld van zorg, veiligheid, de medische wereld omdat we het echt met elkaar moeten doen op dit onderwerp. We hebben in de regio ongeveer 80 meldingen per week. Het probleem is dus echt enorm.”
De invloed van een jeugdtrauma op je verdere leven
Annette van der Knaap geeft de aanwezigen stof tot nadenken met haar verhaal over de ACE studie en hoe een jeugdtrauma het hele leven beïnvloedt. De ACE studie toont aan dat nadelige jeugdervaringen leiden tot trauma en ‘toxic stress’. Toxic stress verhindert een optimale hersenontwikkeling en heeft nadelige invloed op het hormoonsysteem en immuunsysteem, waardoor er in het latere leven een grotere kans op chronische ziekten is. Annette is zelf ervaringsdeskundige en heeft zich verdiept in de stand van zaken van de aanpak van kindermishandeling in Nederland. Zoals ze zelf zegt: “Ik heb zelf niet zo’n toffe jeugd gehad. Dat motiveert mij om onderzoek te doen naar dit onderwerp. Ik hoop u vandaag te inspireren hoe gemakkelijk je het verschil kunt maken”.
Annette werkt met de Stichting Films for Change aan voorlichtingsfilms en geeft presentaties. Meer informatie over de ACE studie is te vinden op de website www.filmsforchange.nl.
In gesprek
Daarna gingen de deelnemers in groepen uiteen om te praten over verschillende vragen, zoals “Hoe kunnen we de drempel verlagen om vermoedens van kindermishandeling aan te kaarten?”, “Welke organisaties helpen bij het signaleren en handelen?”, “Wat is jouw verantwoordelijkheid als onderwijsmedewerker?” en “Wat doe je om de relatie met ouders goed te houden?”
Een greep uit de opbrengst van deze groepsgesprekken:
Wat doe je om de relatie met ouders goed te houden?
“Openheid en eerlijkheid. Dan krijg je de meeste mensen mee. Dat blijft wel lastig natuurlijk, omdat je bang bent om een slechte relatie te krijgen met ouders als je een keer open en eerlijk bent over hun rol in de zorg.”
Op de vraag of professionals zich zorgen maken over hun eigen veiligheid, komt de volgende reactie: “De professional verdient soms ook wat meer bescherming. Dat het oké is om een zorg te delen. Dat het niet altijd hoeft te leiden tot een klacht of dat je ouders kwijt raakt. Er is behoefte aan regels en tools om professionals te helpen om minder handelingsverlegen te zijn.”
Hoe kunnen we de drempel verlagen om vermoedens van kindermishandeling aan te kaarten?
“Ouderavond organiseren zodat duidelijk wordt wat Veilig Thuis inhoudt. Ouders denken vaak dat een kind meteen wordt weggehaald als er een melding wordt gedaan waardoor mensen heel erg hun hakken in het zand gooien en je moet uitleggen dat dit is om te helpen en dat we nog helemaal niet in het stadium zijn om het kind weg te halen. We willen we eerst naast hen gaan staan en niet tegenover.”
Welke organisaties helpen bij het signaleren en handelen?
“Er zijn talloze organisaties, in de zorg, onderwijs, politie etcetera. Eerste vraag die je moet stellen, is of er al iemand betrokken is. Veilig Thuis kun je altijd bellen voor advies en informatie.”
“We merken dat het heel belangrijk is om het samen te doen. En we merken dat er behoefte is aan voorlichting over Veilig Thuis. Wat doen ze nu eigenlijk? Ook richting ouders.”
“Het is belangrijk om verantwoordelijkheid te nemen en te delen. Soms wordt gezegd ‘we houden wel een oogje in het zeil’ om de verantwoordelijkheid niet te hoeven te nemen. We moeten dit bespreekbaar maken, bespreken hoe dan wel en ook als je het ergens anders neerlegt, dan is het niet opeens niet meer van jou. Ook goed om je daar bewust van te zijn.”
“In een eerdere bijeenkomst is besproken dat het goed zou zijn als er een loket komt waar je bijvoorbeeld als onderwijs terecht kan. Van dat plan hebben we niets meer gehoord. Dat zou heel handig zijn, dat je met één professional kunt bellen om mee te sparren en dat die professional je in contact kan brengen met de juiste persoon of organisatie.”
Er komt een reactie uit de zaal of Veilig Thuis dat loket is. Reactie Tom Pietermans, directeur Veilig Thuis Midden-Brabant: “Iedereen kan melden bij Veilig Thuis. We hebben ook een adviesfunctie. Dus ook om te sparren kan iedereen met Veilig Thuis bellen. 24 uur per dag. Ik merk wel bij mensen dat ze het moeilijk vinden omdat ze niet weten wie ze aan de lijn hebben. Je wilt graag sparren met iemand die je kent. Dus het voorstel om binnen het onderwijs iets te organiseren als liaison of doorgeefluik, dat lijkt me wel een goed begin.”
“We hebben het nu over melden, maar er moet eerst bewustwording komen. Ik denk dat het daar al een beetje misgaat. Dat heel veel mensen niet gaan melden, misschien omdat ze denken dat is helemaal niet mijn taak, ik geef gewoon les en dat is prima. Ik denk dat daar heel veel uitdaging in zit.”
Wat is jouw verantwoordelijkheid als onderwijsmedewerker?
“Signaleren en er zijn voor het kind, dat is het allerbelangrijkste. Het zou ook fijn zijn om successen te delen. Je hoort heel vaak dat het niet goed loopt, maar het zou juist fijn zijn om te horen ‘bij ons heeft het wel gewerkt omdat we dit en dit hebben gedaan’. Je hoeft ook niet altijd meteen te melden. Je kunt bij Veilig Thuis ook advies inwinnen als je je zorgen maakt en niet goed weet wat je moet doen.”
“Je bent niet alleen als onderwijsmedewerker verantwoordelijk, maar ook als mens. Wat doe je als het in je privé-situatie voorkomt? Als het gaat om je buren of langs het sportveld. Dan voelt het opeens anders. Ook als burger kun je Veilig Thuis bellen voor advies.”
“Wat wij misten is informatie over dit onderwerp in de lerarenopleiding. Dat je leert: Wat zijn signalen, wat kan je opvallen en dat je daarin getraind wordt.”
“Zie je leerling! Je hebt zoveel taken, administratie, rompslomp eromheen maar doe eens een keer een aai over z’n bolletje en vraag gewoon ‘hoe is het met jou?’.”
Iedereen heeft nu vast iemand in gedachten aan wie je morgen deze vraag stelt!