De eerste duizend dagen in het leven van een baby zijn cruciaal. Gaat het daar mis, dan is de kans groot dat het kindje op latere leeftijd problemen ontwikkelt – niet alleen psychische, maar ook fysieke. Dat is de kern van het overheidsprogramma Kansrijke Start. In de regio Hart van Brabant heet het Goede Start.
Een gezelschap van louter vrouwen is in de ochtend van 20 november naar het Willem II stadion gekomen voor de inspiratiebijeenkomst ‘Een goede start’. Alle tafeltjes in de ruimte zijn bezet, met mensen die onder meer werken in de jeugdgezondheidszorg of de kinder- en peuteropvang.
Een ogenschijnlijk kéurig gezin
Na een korte introductie is het woord aan Annette van der Knaap. Ze begint haar presentatie met twee foto’s uit haar jeugd. Links poseert een kéurig gezin, rechts een foto van diezelfde familie in een rommelige keuken. Annettes vader bleek niet de ideale man zoals hij zich presenteerde. Haar moeder vluchtte regelmatig naar oma, maar kwam toch steeds weer terug. “Kenmerkend voor mijn opvoeding?”, zegt Annette. “Voorwaardelijke liefde. Je kon een kruimel krijgen als je het goed deed.”
Annette is opgeleid tot chemicus. Op een gegeven moment besefte ze: “Zoals ik ben opgevoed, dat is niet van vroeger. Dat gebeurt nog steeds!” Sindsdien is ze zich steeds meer gaan verdiepen in jeugdtrauma’s en de gevolgen daarvan op latere leeftijd.
Ze laat een foto zien van een baby van vier dagen oud. Het kindje gaat in bad en kijkt vragend op naar moeder. Dat is wat baby’s voortdurend doen: ze lezen het gezicht van hun ouders op zoek naar informatie. Als de ouder geruststellend terugkijkt, weet het kind: ik ben veilig. Een ouder die acht op de tien keer adequaat reageert op zijn kind, zorgt voor een veilige hechting, een goede start. En een veilige hechting is óók de verantwoordelijkheid van vaders, benadrukt Annette keer op keer.
Grotere kans op aandoeningen
Als een baby niet goed gehecht raakt, kan dit nog worden hersteld. Maar wat als een kind langdurig onveilig opgroeit? Dan heeft het op latere leeftijd grotere kans op psychische klachten, maar ook op lichamelijke aandoeningen, zoals kanker en hart- en vaatziektes. De zogeheten ACE-studie heeft dit aangetoond.
Een veilige jeugd betekent overigens niet dat ouders hun zoons en dochters als prinsjes en prinsesjes moeten behandelen. “Een kind heeft kleine tegenslagjes nodig”, zegt Annette. “Zo leert het veerkracht opbouwen.” Bij kinderen die onveilig opgroeien, kan ook de omgeving helpen bij het opbouwen van veerkracht. “Het helpt als je tegen hen zegt: wat je nu meemaakt is niet normaal en niet jouw schuld.”
Tot slot stelt Annette haar gehoor gerust. Vaders en moeders hoeven niet perfect te zijn. “Een goede ouder durft te twijfelen en om hulp te vragen.”
Durf kennis te delen
Na een korte pauze gaan de aanwezigen met elkaar in gesprek. Berna Trommelen van de Taskforce Kindermishandeling heeft hen aan het begin van de ochtend al opgeroepen níet bij collega’s te gaan zitten tijdens dit programmaonderdeel. Want: “Als je mensen van andere organisaties kent, kun je beter hulp zoeken. Durf te vragen, durf kennis te delen. Dat is essentieel om kindermishandeling tegen te gaan.”
Aan de verschillende tafeltjes ontspinnen zich interessante gesprekken. Wat opvalt is de betrokkenheid van al die professionals die dagelijks met kinderen werken. De twijfel ook, die er soms nog steeds is als het gaat om vermoedens van kindermishandeling. De moeite met het aangaan van het gesprek met ouders.
Een vrouw die een gastouderbureau heeft, vertelt haar tafelgenoten over een ervaring die zij had met Veilig Thuis. Een van de gastouders wist niet goed wat ze met een situatie aan moest. Elke keer dat ze enkele van haar gastkinderen van school haalde, probeerde hun vader – die geen relatie meer met moeder had – contact met hen te zoeken. Terwijl moeder zei dat hij dit niet mocht. De eigenaar van het gastouderbureau heeft toen Veilig Thuis om advies gevraagd. Haar werd aangeraden contact op te nemen met het maatschappelijk werk, dat betrokken was bij dit gezin, en in gesprek te gaan met moeder. “Ik vond het erg spannend en heb die gesprekken van tevoren een paar keer geoefend, maar het is goed geweest en moeder reageerde positief.”
Annette van der Knaap is onder meer betrokken bij stichting Films for Change en stichting KinderrechtenNu.
Het ‘still face experiment’ brengt hechting in beeld.