Loading
Even geduld a.u.b. het magazine wordt geladen...

Organisatienetwerken

'Gebruik
de voelsprieten
en contacten
van deelnemende organisaties'

De zorg voor kwetsbare kinderen moet beter en sneller. Volgens Patrick Kenis, hoogleraar Public Governance aan Tilburg University, kan dat alleen als organisaties samenwerken. ‘Een organisatienetwerk kan zich richten op preventie én aanpak van kindermishandeling.’ Het nieuwe Expertisecentrum Huiselijk Geweld en Kindermishandeling is zo’n organisatienetwerk.

Prof. dr. P. Kenis is hoogleraar Public Governance aan de Universiteit van Tilburg en Adjunct Professor aan de Vienna University of Economics and Business. Hij heeft ruime ervaring met sociaal-wetenschappelijk onderzoek op het gebied van organisaties, inter- en intra-organisationele relaties en beleidsnetwerken. Volgens Kenis vraagt het organisatienetwerk om een andere vorm van toezicht dan de klassieke organisatie. Hier gaat hij onderzoek naar doen. Zo wil hij met zijn team weten welke instrumenten nodig zijn om professioneel toezicht te houden op lokale of regionale netwerken.

Wat maakt een organisatienetwerk succesvol?

Het nieuwe Expertisecentrum Huiselijk Geweld en Kindermishandeling is zo’n organisatienetwerk. De individuele organisaties zijn de voelsprieten en fungeren als toegangskanalen van informatie naar het organisatienetwerk en kunnen tegelijkertijd eventueel ook iets betekenen in de aanpak van de problematiek. Het netwerk verbindt organisaties en brengt partijen in stelling om snel de juiste hulp te bieden aan gezinnen. Maar hoe maak je zo’n netwerk nou tot een succes?

Het is volgens Kenis van belang dat een organisatienetwerk een duidelijke focus heeft en dat voor alle organisaties duidelijk is wie de eindgebruiker is. ‘Je moet vertrekken vanuit de why: wat is de bedoeling van het netwerk. Bijvoorbeeld: we willen kinderen die te maken hebben met huiselijk geweld sneller identificeren en beter helpen. De doelstelling en focus geven aan wat de meerwaarde en de visie van het netwerk is. Hierdoor krijgen de betrokken partijen de energie om te participeren. Daarnaast moeten de organisaties het netwerk erkennen als de plek waar dingen gebeuren. Het netwerk is de productie-eenheid die het werk doet voor die bepaalde doelstelling. Dat zorgt ervoor dat organisaties nadenken over wat hun eigen bijdrage is aan het netwerk.’

Governance

Vervolgens organiseren succesvolle organisatienetwerken zich en gaan op zoek naar oplossingen voor vier problemen: Wat moet er gebeuren en wat is daarvoor nodig? Wie kan dat doen, zijn prikkels aanwezig voor diegenen die het kunnen doen en de laatste vraag: is er ook een informatiesysteem waardoor de actoren weten wat, wanneer van hen verwacht wordt?

Kenis: ‘Iedereen kent het voorbeeld uit de zorg, waarbij tientallen hulpverleners over de vloer komen bij een gezin dat meerdere problemen heeft. Elke instantie doet z’n best en levert meestal goed werk, alleen heeft niemand het overzicht. Met een informatiesysteem weet iedereen welke taak hij heeft en hoe het zit met de terugkoppeling aan de melder: is de hulp op gang gekomen? Het sluitstuk is het vinden van een goede governance. Dan gaat het om beleid of een set van regels die een vlotte eensgezinde samenwerking garanderen. Oftewel, wie heeft de regie. Als je met vijf organisaties een netwerk vormt kun je het beste gezamenlijk beslissingen nemen. Maar als je netwerk uit 15 organisaties bestaat moet je nadenken over de regie van het organisatienetwerk.’

Hoe je ziet of het netwerk werkt

Of een organisatienetwerk echt werkt kun je volgens Kenis vrij gemakkelijk zien. Het netwerk kan bijhouden hoeveel kinderen in beeld zijn gekomen die anders niet in beeld waren geweest. Ook kan het netwerk zien voor hoeveel van deze kinderen een plan voor hulpverlening is gemaakt. ‘Als het goed is wordt het aantal meldingen van kindermishandelingen hoger als organisaties samenwerken in een organisatienetwerk, omdat meer kinderen in beeld komen. Dan kunnen ook meer kinderen geholpen worden. Nu weten we van 119.000 kinderen in Nederland dat zij worden mishandeld: het topje van de ijsberg.’

Wat zijn de gevaren?

‘Eén van de gevaren van de constructie organisatienetwerk is dat de regisserende organisatie zelf hulp gaat bieden”, legt Kenis uit. “Dat kan onrust brengen bij de deelnemende partijen. De regisserende organisatie moet signalen bundelen over het feit dat het met een kind of gezin niet goed gaat en organisaties verbinden en in stelling brengen om snel de juiste hulp te kunnen bieden. Overigens hoeven mensen het netwerk niet perse te kennen. Als je aan de achterdeur maar genoeg voelsprieten hebt, oftewel een gedifferentieerde groep van deelnemende organisaties en expertises. Organisaties die vanuit hun primaire taken dichtbij mensen staan.’

Hartenkreet

Kenis: ‘Probeer als expertisecentrum een goede governance te vinden: wie heeft welke rol en welke verantwoordelijkheden horen daarbij. Ga niet overorganiseren en zorg ervoor dat er niet iets ontstaat dat te ver van de deelnemende organisaties afstaat. Anders bestaat de kans dat de mensen waarom het gaat geen maatwerk en een multidisciplinair aanbod ontvangen. Gebruik de voelsprieten en contacten van de deelnemende organisaties. En bewaar de rijkheid aan toegangskanalen.’

Hoe zorgen we ervoor dat praten over kindermishandeling normaal wordt?

Huiselijk geweld en kindermishandeling is een groot veiligheidsprobleem, toch heerst er een taboe om er over te spreken. Kenis: ‘Media-aandacht speelt een belangrijke rol in het bespreekbaar maken van kindermishandeling. Hang posters op stations, laat ervaringsdeskundigen hun verhaal vertellen en deel de cijfers. Dan wordt het normaler om er bijvoorbeeld op school over te praten. Een mooi voorbeeld van hoe je het in beeld kunt brengen: Kristel, van het oude K3, groeide op in een gezin met armoede. In een televisieserie over dat onderwerp sprak ze met gezinnen die in armoede leven, prachtig gedaan. Dat komt direct binnen.’


12/20
1. Zorgen om een kind Magazine
2. Inhoud
3. Voorwoord
4. Onderwijs
5. Bij de kapper
6. Achter de voordeur
7. Preventie
8. Ervaringsverhaal
9. Complexe scheidingen
10. Kindercampagne
11. Jongerencampagne
12. Organisatienetwerken
13. Verbindend samenwerken
14. Veilige sport
15. In de praktijk
16. Kinderrechten
17. Buiten de lijntjes
18. Regionaal Expertisecentrum
19. Hartenkreten
20. Colofon