Loading
Even geduld a.u.b. het magazine wordt geladen...

ONDERWIJS

Praten helpt

In de regio Hart van Brabant komen ieder jaar tussen de 3.000 en 4.000 kinderen in beeld bij Veilig Thuis. Deze kinderen hebben te maken met verwaarlozing, psychische of fysieke mishandeling of seksueel misbruik. We weten echter dat veel, misschien zelfs de meeste kinderen, nooit worden gesignaleerd. Niet alleen de mishandeling is beschadigend voor een kind, maar ook het feit dat deze kinderen vaak niet worden gezien. Volgens onderzoeker Cees Hoefnagels en Taskforce ambassadeur Liselot Godschalx moeten we kinderen meer uitnodigen om daarover te vertellen. Praten helpt!

Hoe kunnen we kinderen beter zien? 5 vragen aan 2 deskundigen

Liselot Godschalx werkte als beleidsmedewerker huiselijk geweld voor de gemeente Tilburg en werkt nu binnen het onderwijs als bestuurssecretaris van onderwijscoöperatie T-PrimaiR. Ze werkt hard aan kansengelijkheid, talentontwikkeling en ontplooiing van kinderen. Vanuit beide rollen was zij aangesloten bij de Taskforce Kindermishandeling Hart van Brabant.

Cees Hoefnagels is psycholoog en onderzoeker aan de Hogeschool Utrecht. Hij doet al jaren onderzoek naar een preventievere aanpak van kindermishandeling. Zo nam hij ook de weerbaarheidstraining Marietje Kessels onder de loep o.a. om te achterhalen of kinderen hierdoor vaker een onthulling doen.

1

Waarom is het belangrijk dat leerkrachten
aan kinderen vragen: hoe gaat het thuis?

Cees Hoefnagels Heel belangrijk. Als een kind zelf vertelt dat het wordt mishandeld, dan is dat een dijk van een signaal. Maar je moet een kind wel uitnodigen om daarmee te komen. Tijdens de weerbaarheidstraining Marietje Kessels Project, waar ik onderzoek naar heb gedaan, wordt het onderwerp in de klas bespreekbaar gemaakt. De trainer laat een filmpje zien met behoorlijk heftige beelden. Gelijk wordt duidelijk dat de scènes door acteurs worden gespeeld, maar dat dit ook in het echt gebeurt. In de nabespreking vraagt de trainer of iemand misschien thuis ook zoiets heeft meegemaakt. Soms gaat er een hand omhoog of vertelt een kind later aan de leerkracht haar of zijn verhaal. Dat gebeurt significant vaker op scholen die deze training in de klas halen dan scholen die niet met deze training werken. De meeste kinderen die hun verhaal vertellen voelen zich opgelucht. Vragen naar hoe het thuis gaat is dus enorm belangrijk.

Liselot Godschalx De rapporten die Cees schrijft zijn erg ondersteunend aan de boodschap die ik enorm belangrijk vind: kinderen moeten meer worden gezien en gehoord. We moeten de behoeften van kinderen meer centraal stellen, beter kijken wat ze nodig hebben en hierop aansluiten. Vaak denken mensen dat kindermishandeling thuis moet worden opgelost. Dat is natuurlijk ook zo, maar de situatie van een kind verbetert ook als hij of zij kan praten met een volwassene bij wie hij zich veilig voelt. Het is zelfs aangetoond dat kinderen dan steun ervaren, minder psychische klachten ontwikkelen en dat dit ook trauma voorkomt. Dus: praten helpt!

2

Is de leerkracht een belangrijk
vertrouwenspersoon?

Liselot Godschalx Praten met kinderen zit in het DNA van leerkrachten. Leerkrachten kunnen belangrijke vertrouwenspersonen voor kinderen zijn. Zij kunnen in de klas voorwaarden scheppen zodat er op een veilige manier gesproken kan worden over moeilijke onderwerpen. De sociale steun die kan ontstaan in een groep kan enorm krachtig werken. Dit helpt kinderen die het moeilijk hebben.

Cees Hoefnagels Kinderen brengen veel tijd door op school, school is een belangrijke pedagogische plek, leerkrachten zijn zeer belangrijke vertrouwenspersonen als het niet veilig is bij de ouders. Leerkrachten vinden het moedig dat kinderen hun verhaal durven te vertellen en nemen kinderen serieus. Leerkrachten rapporteren dat hierdoor de vertrouwensband tussen kinderen en leerkrachten sterker wordt in de periode na de onthulling van het kind, t.o.v. voor de onthulling. Ook vertellen leerkrachten dat het welbevinden van deze kinderen verbetert.

3

Waar lopen scholen tegenaan
als zij kinderen willen helpen?

Cees Hoefnagels Volgens de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling moet de school zulke gevallen melden bij Veilig Thuis. Maar dat gebeurt lang niet altijd. Leerkrachten voeren de eerste drie stappen van de meldcode feilloos uit: ze signaleren, overleggen met collega’s en gaan het gesprek aan met het kind en de ouders/verzorgers. Maar scholen ervaren een drempel als het gaat om het doen van een melding. Redenen die leerkrachten en intern begeleiders daarvoor noemen zijn dat zij weinig van een terugkoppeling merken, ze weten niet wat er met een melding gebeurt. Wordt er hulpverlening ingezet en verbetert de situatie? Hierin voelen zij zich onmachtig.

Liselot Godschalx De informatiepositie van scholen is slecht. Omdat zij niet direct betrokken zijn bij de hulpverlening aan een gezin, weten zij niet wat er gebeurt. Melden bij Veilig Thuis verbetert de situatie van kinderen aantoonbaar. Dit komt ook naar voren in wetenschappelijk onderzoek, maar in de praktijk is dit niet altijd direct zichtbaar.

4

Wat moet beter in de hulp aan kinderen?
Hoe kleuren we buiten de lijntjes?

Cees Hoefnagels Het VN kinderrechtenverdrag moet nu eindelijk eens echt leidend worden. Een voorbeeld: Art 12 gaat over de mening van een kind. Kinderen hebben het recht om hun mening te geven over beslissingen die hen aangaan. Zij moeten inspraak hebben, kunnen meepraten, meedenken en meedoen. Thuis, op school en in de wijk. Dat gebeurt nu nog veel te weinig.

Liselot Godschalx Daarnaast moet de hulp heel praktisch zijn: af en toe kunnen spelen bij een gezin uit de buurt kan al zo veel doen voor een kind. Een keer mee-eten of blijven slapen als het thuis even niet gaat. Op een laagdrempelige en alledaagse manier ouders ondersteunen in de zorg voor hun kinderen. Het zou zo’n verschil kunnen maken…

Daarnaast zijn we als T-Primair bezig met het implementeren van Handle with Care: bij incidenten huiselijk geweld krijgt school voortaan een signaal zodat de leraar weet dat deze leerling extra steun kan gebruiken. Ook loopt Handle with Care-ruggensteun. Dit betekent dat als een kind in de maatschappelijke opvang terechtkomt met zijn gezin, de gezinsbegeleider contact opneemt met school. Deze initiatieven dragen ertoe bij dat de sociale steun voor kinderen versterkt wordt.’

5

Wat is jullie hartenkreet
voor het expertisecentrum?

Cees Hoefnagels De gemeente Tilburg zou volgens mij moeten stoppen met haar onterechte bescheidenheid met deze weerbaarheidstraining Marietje Kessels in huis. Tilburg heeft een parel in handen! Verspreid dat over het land. Want het is traumatisch voor kinderen om – soms een leven lang – met een te groot geheim rond te lopen. Met deze training zeg je tegen het kind: ‘jij mag erover praten, we zien jou.’ Daarnaast: neem het Kinderrechtenverdrag nog serieuzer. Het belang van het kind moeten we als uitgangspunt nemen.

Liselot Godschalx De sleutel tot de oplossing is praten met kinderen zelf. Kinderen zijn slim. Zij kunnen vertellen wat zij en hun gezinnen nodig hebben. Daarnaast: breng meer de succesverhalen in beeld. Daar leren anderen van.

Onderzoek

Het benutten van
een krachtig signaal

Cees Hoefnagels, psycholoog en onderzoeker aan de Hogeschool Utrecht, onderzocht op basisscholen in Tilburg die met het Marietje Kessel Project werken of deze weerbaarheidstrainingen leiden tot meer onthullingen van kindermishandeling door de kinderen zelf. Hij onderzocht ook wat dit doet met de kinderen en met de leerkrachten.

Onderstaand een samenvatting van de bevindingen en aanbevelingen voor het primair onderwijs.

‘Selfdisclosure’

De meeste kindermishandeling wordt niet bij Veilig Thuis gemeld, blijft onder de radar, en als kindermishandeling wel wordt gemeld, dan duurt de mishandeling vaak langer dan 1 jaar. Een belangrijke reden is dat signalen niet als zodanig herkend worden. Een signaal dat weinig aan duidelijkheid te wensen over laat is de onthulling van kindermishandeling door het kind (‘selfdisclosure’). De meest waarschijnlijke verklaring voor zo’n onthulling is dat kindermishandeling inderdaad plaatsvindt. In de Nederlandse aanpak van kindermishandeling is er echter nauwelijks systematische aandacht voor praktijk- en kennisontwikkeling voor deze invalshoek.

Leerkracht als optimale vertrouwenspersoon

Om tal van redenen kunnen leerkrachten in het basisonderwijs optimale vertrouwenspersonen zijn aan wie het kind dergelijke persoonlijke informatie kan onthullen. Uit onderzoek onder mishandelde kinderen weten we dat ze een dergelijke ervaring, na een vriend/inn/etje, het liefst aan een leerkracht zouden willen vertellen. De heersende praktijk is echter dat leerkrachten meestal lesgeven aan een klas met kinderen terwijl zij niet weten dat daar vaak een mishandeld kind bij is. Ook zijn leerkrachten bij wet verplicht de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling uit te voeren.

Onthullingen na les over kindermishandeling

In Tilburg en enkele andere gemeenten wordt het Marietje Kessels Project uitgevoerd en daarin was na een les over kindermishandeling opmerkelijk vaak sprake van zo’n onthulling. Dit vormde de aanleiding voor nader onderzoek: leidt een uitnodiging voor een onthulling via dit sociale weerbaarheidsprogramma echt tot meer onthullingen van mogelijke kindermishandeling dan zonder deze uitnodiging, en tevens de vraag om onder leerkrachten en IB-ers om na te gaan hoe dat voor hen was, en wat zij gedaan hebben en in welke context.

Kinderen zijn opgelucht als ze het kunnen vertellen

Met dit onderzoek is inzicht verworven in de ervaringen en gedragingen van leerkrachten van wie een kind in de eigen klas een onthulling van mogelijke kindermishandeling gedaan heeft. Het onderzoek laat zien hoe leerkrachten de ervaringen van kinderen waarnemen, wat dat voor leerkrachten betekent en wat zij daarmee doen. Een dergelijke onthulling door een kind heeft een grote signaalwaarde voor de leerkracht: alle geïnterviewde leerkrachten geloofden het kind. Zij rapporteren dat wat zij doen afgestemd is met hun collega’s, met name met de IB-er, en gericht is om zo goed mogelijk iets voor ‘’hun kind’’ te kunnen betekenen.

Over kinderen rapporteren leerkrachten dat zij zien dat veel kinderen na hun onthulling
opgelucht zijn. Als wij de leerkrachten vragen om op drie momenten een rapportcijfer te geven over hun vertrouwensband met het kind vragen dan is dat voorafgaand aan de onthulling een 6,5; en 1 resp. 4 maanden na de onthulling een 7,5 resp. 8. Het welbevinden van de kinderen die onthuld hebben neemt meestal toe. Anders dan de sociaal emotionele gevolgen na de onthulling (zoals veranderingen in het welbevinden van kinderen) rapporteren de onderzochte leerkrachten minder duidelijk zicht te hebben op de veiligheid in de thuissituatie van het kind. Ongeveer een derde geeft aan hier geen zicht op te hebben of vermoedt dat er niets in de thuissituaties veranderd lijkt te zijn. Wat betreft deze instrumentele gevolgen van de onthulling van kindermishandeling door een kind vermoedt echter geen van de respondenten een
verslechtering.

Leerkracht als optimale vertrouwenspersoon

Cees Hoefnagels: ‘Als een kind zelf vertelt dat het wordt mishandeld, is dat een dijk van een signaal, dat niets aan duidelijkheid te wensen over laat.’, zegt Hoefnagels. ‘Maar als je een kind een kans wilt geven om daar wat over te vertellen, maar moet je een kind wel uitnodigen om daarmee te komen. Het basisonderwijs is daarvoor een geschikte plek, met leerkrachten als optimale vertrouwenspersonen.’

Hoefnagels realiseert zich ‘donders goed’ dat het veel van het onderwijs vergt om, naast al het werk dat ze reeds hebben, tevens de deze rol op te pakken. ‘Maar de school is als het tweede pedagogische milieu zo enorm belangrijk als het niet veilig is bij de ouders, het eerste pedagogische milieu. We zullen leerkrachten in staat moeten stellen om een kind te vragen: hoe gaat het thuis?’

Gesprek met ouders

Verder laat deze studie zien dat de leerkracht na de onthulling van kindermishandeling van een kind de ouders op (heel) korte termijn uitnodigt voor een gesprek. De studie geeft enkele aanwijzingen dat het belang van kind en leerkracht ermee gediend is dat het gesprek met de ouder(s) zo spoedig mogelijk plaatsvindt.

Toepassing Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Hoewel de Meldcode Huiselijk Geweld en kindermishandeling door leerkrachten vaak als ‘papieren document’ ervaren wordt, passen de onderzochte leerkrachten na een onthulling van (mogelijke) kindermishandeling op geleide van hun professionele of persoonlijke bagage de eerste drie stappen van de Meldcode vaak als vanzelfsprekend toe. Ze doen dat veelal in nauwe samenspraak met de IB-er. Het toepassen van het afwegingskader en stappen 4 en 5 daarentegen wordt door leerkrachten en IB-ers in onze studie niet of nauwelijks als taak van leerkrachten beschouwd. Dit laatste lijkt samen te hangen met een sterk ervaren belemmering en knelpunt van leerkrachten en IB-ers: de ervaren relatie met de hulpverlening. 

De ervaren belemmeringen hebben betrekking op de toeleiding naar hulp, het ervaren effect en terugkoppeling vanuit de hulpverlening. Dit vertaalt zich bij de leerkrachten en IB-ers onder meer in gevoelens van machteloosheid en frustratie, een lage effectverwachting van de hulpverlening, relatief weinig adviesvragen en zelden een melding bij Veilig Thuis in het verlengde van een onthulling van kindermishandeling door een kind. De hulpverlening wordt ervaren als ‘’daar’’, en ver weg, en met weinig zicht op wat er ‘’daar’’ gebeurt. Mogelijk versterkt dit de (al aanwezige) neiging van leerkrachten en IB-ers om oplossingen voor problemen op dit gebied binnen school te zoeken.

Stressvolle gebeurtenis

Een onthulling van een kind over kindermishandeling kan voor een leerkracht meestal getypeerd worden als een stressvolle gebeurtenis. Deze informatie vergt veel, soms het uiterste van de coping style van de leerkracht. Sociale steun lijkt dan voor leerkrachten onmisbaar. Deze steun
wordt in onze studie door leerkrachten en IB-ers altijd gezocht, en ook altijd gevonden en ervaren, binnen school en privé.

Meer kans op onthulling met Marietje Kessels Project

Het onderzoek laat ten slotte zien dat de kans op een onthulling toeneemt als het Marietje Kessels project wordt uitgevoerd t.o.v. scholen die dit project niet in de klas halen. Maar tevens dat ook dan een substantieel deel van de mishandelde kinderen hun ervaring met kindermishandeling niet (op school) onthult.

Het Marietje Kessels Project is een psycho-fysieke weerbaarheidstraining gericht op vergroting van de weerbaarheid van kinderen in de leeftijd 10-12 jaar. Het richt zich op weerbaarheid in brede zin aan de hand van thema’s als grenzen (h)erkennen, hulp vragen, pesten, (online) veiligheid en kindermishandeling.

Aanbevelingen voor primair onderwijs

Informeer directies van het primair onderwijs over het cruciale belang van toegankelijke steun voor leerkrachten die getuige kunnen zijn van een onthulling van kindermishandeling van een kind in hun klas, als gevolg van de stress die een dergelijke onthulling kan oproepen. Vraag directies of zij zorg kunnen dragen voor steun, zo nodig opvang, en reflectieruimte voor de ervaringen en afwegingen van de leerkracht.

Overweeg het aanbieden en organiseren van teacher disclosee meetings voor leerkrachten en IB-ers voor wie in een hoge risicoperiode er een aannemelijke kans bestaat dat zij geconfronteerd zullen worden met een onthulling van kindermishandeling.

Zolang we niet in staat zijn om kindermishandeling te voorkómen, verspreid op professionele wijze de informatie aan kinderen over hun kinderrechten, zoals vastgelegd in het VN Kinderrechten Verdrag, en de informatie dat zij over hun geheim(en) mogen praten met iemand die zij vertrouwen.

Achtergrond

Auteur onderzoeksrapport ‘het benutten van een krachtig signaal’:
Cees Hoefnagels m.m.v. Hanske Douwenga, Inge Egberts, Mirjam Gademan, Milou van Montfoort, Susan Oosterwijk, Saskia Wijsbroek en Edwin van der Zande

Utrecht, 2020
Kenniscentrum Sociale Innovatie, Hogeschool Utrecht
Lectoraat: Jeugd www.hu.nl/onderzoek/jeugd

Podcast: Ik zie jou … op school

Podcastmaker Merel Steinweg in gesprek met Angela Horsten, directeur bestuurder in het onderwijs bij Stichting Initia in Dongen, en Claire Schilte, intern begeleider en leerkracht op basisschool de Zuidwester in Tilburg. Over hoe we kinderen écht kunnen zien en hoe we samen het verschil kunnen maken voor kwetsbare kinderen en gezinnen.


4/20
1. Zorgen om een kind Magazine
2. Inhoud
3. Voorwoord
4. Onderwijs
5. Bij de kapper
6. Achter de voordeur
7. Preventie
8. Ervaringsverhaal
9. Complexe scheidingen
10. Kindercampagne
11. Jongerencampagne
12. Organisatienetwerken
13. Verbindend samenwerken
14. Veilige sport
15. In de praktijk
16. Kinderrechten
17. Buiten de lijntjes
18. Regionaal Expertisecentrum
19. Hartenkreten
20. Colofon