Praktijkverhaal
Samenwerken loont
Michael (11) heeft al heel veel meegemaakt. Zijn ouders hadden vaak ruzie en zijn vader overleed toen hij pas zes jaar oud was. Dat had een enorme impact op hem: hij liet zich niet troosten en had vaak hele boze buien. Zijn oma, waar hij toen woonde, kon de zorg niet meer aan en Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond plaatste Michael uit huis. Een pleeggezin en gezinshuis konden zijn gedrag niet keren. Uiteindelijk verbleef hij zelfs een half jaar in een gesloten instelling en kon hij daarna anderhalve maand niet naar school, hij werd nergens toegelaten. Dat veranderde toen een aantal mensen en organisaties buiten de lijntjes kleurden: ze besloten de handen ineen te slaan en passende zorg, opvang en een school voor Michael te regelen.
Expertiseteam
Jeugdbescherming Brabant
Sterk Huis
Moeder van Michael
Michael
De Keyzer, school voor speciaal onderwijs
Burgemeester en wethouder gemeente Goirle
Klantmanager jeugd bij de gemeente Goirle
Lees hier het hele verhaal van Michael, verteld door Marije van Jeugdbescherming Brabant. Ook lees je hier de uitgebreide reacties van alle betrokkenen: hoe kleurden zij buiten de lijntjes en hoe kan de hulp verbeteren?
Michael wordt uit huis geplaatst en hopt van woonplek naar woonplek: een crisis pleeggezin, gezinshuis en een residentiele observatie- en behandelplek voor kinderen met hechtingsproblematiek
Gesprekken burgemeester, wethouder en expertiseteam: hier kunnen toegangsmedewerkers terecht voor advies als een casus verschillende domeinen overstijgt en een integrale aanpak vergt. Verschillende organisaties slaan de handen ineen.
Bij de opvang van Sterk Huis krijgt Michael 1 op 1 begeleiding. Hij laat steeds meer van zichzelf zien en in de kerstvakantie speelt hij daar ook leuk met andere kinderen
Marije van Jeugdbescherming Brabant vertelt het verhaal van Michael
Boze buien
‘De ouders van Michael hadden vaak ruzie toen hij net was geboren. Zijn moeder was pas zeventien jaar oud en voelde zich somber en prikkelbaar, klachten die wezen op een postnatale depressie. Toen zijn ouders besloten uit elkaar te gaan vertrok Michael met zijn vader naar Rotterdam. In de jaren die volgden zat Michael op een school voor speciaal onderwijs en hij hopte van woonplek naar woonplek. Uiteindelijk trokken ze bij oma in. Maar de problemen waren niet over: de vader van Michael had schulden, zakte in een diepe depressie en overleed in 2016. Dat had een grote impact op de 6-jarige Michael. Hij vond het moeilijk zich te laten troosten of zich te binden. Zijn gedrag werd steeds negatiever. Hij zocht de grenzen op en had vaak hele boze buien. Zijn oma en stiefopa konden het niet meer aan en trokken aan de bel bij Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, waar ik toen werkte.’
Uit huis plaatsing
‘We plaatsten Michael uit huis. Maar een crisis pleeggezin en een gezinshuis konden het gedrag van Michael niet keren. Hij moest dus wéér verhuizen. Zijn nieuwe tijdelijke onderkomen werd een residentiele observatie- en behandelplek voor kinderen met hechtingsproblematiek. Hier stabiliseerde hij snel. Hij vond de duidelijkheid en structuur die hij nodig had. Hij werd geobserveerd, behandeld en ging op het terrein naar school. In deze periode raakte zijn moeder steeds positiever betrokken. Ze was zelf emotioneel stabieler, maar nog niet stabiel genoeg om fulltime de zorg te dragen. Michael bracht één keer in de twee weken een weekend bij haar door in Brabant.’
Machtiging gesloten plaatsing
‘We zochten dus een thuis waar hij duidelijkheid en warmte kon vinden, zoveel mogelijk in de buurt van zijn moeder. Een expertisecentrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie in Brabant leek de juiste plek. Maar na een toezegging bleek dat Michael helemaal niet kon komen. Het centrum had een personeelstekort en de problematiek van de huidige groep kinderen stond niet in verhouding tot wat Michael nodig had. Dat voelde voor Michael als de zoveelste afwijzing.
Waar moest hij nu dan naartoe? Het gedrag dat hij ondertussen liet zien werd negatiever en de positieve invloed door één op één begeleiding bleef uit. Hierdoor was er geen andere uitweg: Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft een verzoek tot gesloten machtiging aangevraagd bij de kinderrechter voor een tijdelijke gedwongen opname in een instelling voor JeugdzorgPlus. Hier krijgen kinderen hulp in een gesloten omgeving. Een heftige maatregel, maar ook hier deed de structuur van de interne school hem goed.’
Expertiseteam
‘Inmiddels werkte ik voor Jeugdbescherming Brabant en ik heb deze zaak meegenomen. Terwijl wij verder zochten naar een perspectiefvolle woonplek voerde Jeugdbescherming Brabant gesprekken met de gemeente Goirle, wethouder, burgemeester en het expertiseteam om samen een oplossing te bedenken. Er moest echt iets gebeuren. Eerder had ik al contact gezocht met de school De Keyzer, op het moment dat het vooruitzicht thuisplaatsing werd bij opa en stiefoma van moeders kant. Ik wilde weten of Michael hier ter overbrugging tijdelijk les zou kunnen volgen totdat we een perspectiefvolle plek hadden gevonden. Maar dat konden ze toen niet bieden. Schrijnend, want hij is enorm leergierig en school biedt Michael structuur en ontlast het gezin. Hij zat anderhalve maand thuis bij opa en stiefoma en zij hadden het zwaar. Sterk huis, aangesloten bij het expertiseteam, bood aan om Michael drie dagen per week een aantal uren op te vangen totdat zijn 24uurs behandeling daar zou starten. Ook gingen ze het gesprek aan met De Keyzer om te kijken of Michael daar een aantal uren per week naartoe kon gaan met ondersteuning.’
School
‘Deze samenwerking bracht eindelijk echt beweging: vanaf 9 november 2020 ging Michael drie ochtenden per week naar Sterk Huis. En iets later startte hij bij de school De Keyzer waar hij in de middag individueel onderwijs volgde. Inmiddels zit hij op de 24uurs groep waar ze werken aan zijn trauma’s en hechtingsproblematiek. Dat biedt gelukkig weer perspectief. Wel is zijn toekomst nog steeds onzeker. Want wat gebeurt er als de behandeling bij Sterk Huis stopt? We moeten samen blijven zoeken naar een perspectief biedende plek, een fijn thuis. Want dat verdient ieder kind.’
Nancy Sas en Ellis Lazaroms van Sterk Huis vertellen hun verhaal
School en ontspanning
Sas: ‘Michael kwam in november 2020 bij ons op de naschoolse dagbehandeling voor individuele begeleiding en opvang. Drie dagen per week van 10:00 tot 14:00 uur. We maakten samen met hem een dagindeling en begeleidden hem bij het maken van schooltaken, omdat hij op dat moment geen school had. We wisselden school en ontspanning af, want hij had een korte spanningsboog. We zagen dat hij steeds meer van zichzelf liet zien: hij hield van samen dingen doen en soms werd hij boos als iets niet lukte. Iets later startte voor hem individueel onderwijs op de Keyzer voor 2 uur per dag. Dat gaf hem veel structuur en een daginvulling.’ Lazaroms: ‘Iets later startte Michael op de 24uurs groep binnen Sterk Huis waar ze met hem werken aan traumaverwerking en zijn hechtingsproblematiek. Hij doet nieuwe vaardigheden op en gaat weer naar school. Dat biedt weer perspectief. Maar het is nog steeds niet duidelijk waar hij uiteindelijk zal gaan wonen.’
Schooluitval voorkomen
Lazaroms: “We willen dat alle kinderen naar school toe kunnen gaan. We moeten ons hard maken om schooluitval te voorkomen. Hiervoor moeten we meer systemisch kijken: wat hebben het kind én het gezin nodig? Daarnaast moeten we veel vaker de constructie ‘onderwijs en behandeling’ inzetten en zo weer terugwerken naar volledig onderwijs. Denk aan de zebraklas, waar kinderen onderwijs en behandeling in één ruimte krijgen.’ Lazaroms: ‘Het zou enorm helpend zijn als aan de achterkant het commitment wordt uitgesproken om tot een passend hulpaanbod te komen. De hulpverlening kan dan al starten en erop vertrouwen dat het financiële plaatje vanuit de gemeente rond komt. Alle betrokkenen moeten hiervoor overstijgend en over de eigen grenzen heen kijken.’
Anne-Riet van Haaren is voorzitter van het expertiseteam voor de regio Midden-Brabant. Toegangsmedewerkers kunnen bij het team terecht voor advies als een casus verschillende domeinen overstijgt en een integrale aanpak vergt. In het team zitten experts van bijvoorbeeld de GGZ en Sterk Huis en
zij gaan op zoek naar het meest passende zorg- en ondersteuningsaanbod. Jan Nijssen is strategisch beleidsmedewerker van de gemeente Tilburg. Hij houdt zich bezig met de inkoop van hoog specialistische hulpverlening.
Wie kan verandering brengen?
Van Haaren: ‘De gezinsvoogd van Jeugdbescherming Brabant vroeg ons expertiseteam om met haar mee te denken. Michael zat toen gesloten. Er moest een oplossing komen wat betreft een vervolgwoonplek en onderwijs, want een plaatsing liep vast. Het ging om een jong kind en een complexe gezinsproblematiek. We hebben eerst gekeken wat Michael en zijn omgeving nodig hebben en wie er aan tafel moesten zitten, wie zouden verandering kunnen brengen?’ Nijssen: ‘Medewerkers van de plek waar hij toch niet geplaatst kon worden hebben samen met medewerkers van Sterk Huis, de GGZ en de Koraalgroep onderzocht wat een geschikte plek voor Michael zou zijn. Ze kwamen tot de conclusie dat Sterk Huis Michael zou opvangen en dat de school De Keyzer een geschikte optie zou zijn, omdat deze school op het terrein van Sterk Huis staat en ervaring heeft met het begeleiden van thuiszittende kinderen.’
Samenwerking
Van Haaren: ‘Ik vind het schokkend dat een kind zoveel woonplekken heeft gehad en gesloten heeft gezeten. We moeten als hulpverlenende instanties en gemeentes altijd een samenwerking vinden waardoor kinderen niet of zo kort mogelijk gesloten hoeven te zitten. De gezinsvoogd heeft er ontzettend hard aan getrokken om de juiste woonplek te vinden, maar liep tegen muren op.’ Nijssen: ‘We kunnen verschillende lessen trekken uit deze complexe casus. Zo is het belangrijk om naar meerdere alternatieven te kijken als je naar een plek zoekt. Dan loop je minder snel vast in je zoektocht. Daarnaast is het van belang om te zorgen voor de juiste opschaling, ook binnen je eigen organisatie. Dan krijg je meer ondersteuning.’ Van Haaren: ‘En het is belangrijk om verantwoordelijke aanbieders gezamenlijk aan tafel te zetten.’
Laila van Opstal (gedragswetenschapper), Ineke van Onzenoort (intern begeleider) en Alexander van den Broek (directeur) van De Keyzer, school voor speciaal onderwijs, vertellen hun verhaal.
Noodkreet
Van den Broek: ‘In de herfstvakantie van 2020 ontvingen wij een noodkreet vanuit de gemeente Goirle en Sterk Huis: of we Michael zo snel mogelijk en voor een langere tijd een plek konden bieden op onze school. Hij zat op dat moment thuis bij zijn opa en stiefoma en zij hadden het zwaar.’ Van Opstal: ‘Eerder hadden we ook al eens contact gehad met de gezinsvoogd van Michael. Hij zat toen nog gesloten en zij was op dat moment op zoek naar een tijdelijke plek ter overbrugging. Want hij zou daarna naar een perspectiefvolle plek gaan waar hij behandeling en scholing zou krijgen.’ Van den Broek: ‘We hebben zijn casus toen dus al besproken in ons zorgteam. We kwamen toen tot de conclusie dat we hem geen crisisplek konden bieden, daar zijn we niet op ingericht. Daarnaast had Michael voorliggend behandeling nodig en we vonden het niet wenselijk een kind even te ‘parkeren’ voordat hij wéér naar een andere plek zou gaan.’
Thuis zonder onderwijs
Van Onzenoort: ‘Maar de situatie was dus veranderd. Michael zat opeens bij opa en stiefoma thuis zonder onderwijs.’ Van den Broek: ‘De wethouder dacht aan onze pilot de Kameleon, een samenwerking met Sterk Huis waarbij een pedagogisch medewerker aanwezig is in de klas en samen met een
leerkracht het onderwijs verzorgt. Maar deze groep zat vol en Michael had wel behandeling nodig om onderwijs te kunnen starten. Toen hebben Teun Haans van Sterk Huis en ik bekeken wat we Michael gezamenlijk kunnen bieden.’ Van Onzenoort: ‘Michael startte elke dag van 8:45-11:00 uur op school en kreeg 1 op 1 begeleiding. Daarna startte hij in de instroomklas, een groepje van ongeveer 8 kinderen. Een pedagogische medewerker van Sterk Huis is in het begin aanwezig om hem te begeleiden en te bekijken hoe hij functioneert in een groep.’
Samenwerking
Van Onzenoort: ‘Zo’n samenwerking is nodig om ervoor te zorgen dat een kind als Michael onderwijs kan volgen. Zo had hij het een keer nodig om even uit de situatie weg te gaan. Hij is toen naar de groep gelopen. Iemand van de groep heeft hem weer naar ons teruggebracht. Daar kunnen we samen afspraken over maken.’ Van Opstal: ‘Michael maakt stapjes en boekt vooruitgang. Het is mooi om dat te volgen. Wel vragen we ons af wat zijn perspectief uiteindelijk is. Waar kan hij straks een toekomst gaan opbouwen? Het is voor hem en ieder ander kind in deze situatie wenselijk dat er een duidelijk plan is waardoor voorkomen kan worden dat een leerling een periode moet overbruggen omdat er geen geschikte onderwijsplaats of woonplek is.’
Burgemeester Mark van Stappershoef en wethouder jeugd en onderwijs Piet Poos van de gemeente Goirle vertellen hun verhaal.
Van Stappershoef: ‘In juni 2019 ontving ik een mail. De opa van Michael beschreef hierin de situatie van zijn kleinzoon: Michael verbleef op dat moment bij een residentiele observatie- en behandelplek voor kinderen met hechtingsproblematiek. De behandeling daar zou aflopen en Michael’s familie van moeders kant maakte zich zorgen over hem: er was nog geen vervolgplek voor hem gevonden en ze wilden dat Michael dichterbij ‘huis’ opgevangen zou worden. De opa vroeg mij of ik hierin een rol kon spelen. Ik voelde me aangesproken als burgervader en wilde weten wat hier aan de hand was. Eerst heb ik intern advies ingewonnen. Ik wilde niet zomaar door een mogelijk plaatsingsprocedure ‘heen fietsen’ en er zijn meer kinderen die hulp nodig hebben. Maar het is goed om een complex verhaal bij de kop te pakken en te zien wat er allemaal gebeurt.’
Indrukwekkend verhaal
Van Stappershoef: ‘Ik organiseerde een gesprek met alle betrokkenen. Ik heb naar hun verhaal geluisterd: een indrukwekkend verhaal over een kind dat op jonge leeftijd al veel heeft meegemaakt. Na het gesprek ben ik gaan rondbellen. Zo heb ik bijvoorbeeld de bestuurder van Sterk Huis gesproken en gevraagd of zij wilde meedenken.
Maar het verblijf bij de residentiele observatie- en behandelplek liep af en Michael is daarna gesloten geplaatst.’ Poos: ‘Rond de herfstvakantie 2020 belde het hoofd van Maatschappelijke Dienstverlening mij met de vraag of ik met haar wilde meekijken. Michael woonde inmiddels tijdelijk bij zijn opa en stiefoma zonder zicht op een vervolgplek. Over het algemeen ben ik terughoudend in het zelf duwen en trekken om een kind ergens geplaatst te krijgen. Maar de situatie thuis groeide de opa en stiefoma boven het hoofd. Zij voelden zich wanhopig omdat ze hem niet konden helpen. Ik heb contact opgenomen met Teun Haans van Sterk Huis. Hij heeft samen met de school De Keyzer gezocht naar een oplossing. Ik hoop dat Michael nu in een stabielere situatie terechtkomt.’
Over grenzen heen kijken
Poos: ‘We zien nog te vaak dat instanties een kind niet plaatsen omdat ze niet beschikken over àlle nodige deskundigheid. Het is belangrijk dat zorgaanbieders meer de samenwerking zoeken om de juiste expertise in huis te halen. Hiervoor moeten medewerkers over de grenzen van de eigen organisatie heen kijken.’ Van Stappershoef:‘Daarnaast gun ik ieder kind een regiehouder: iemand die van het begin tot het eind de regie heeft. Iemand die altijd verbonden blijft en zich blijft ontfermen over een kind.’
Rinaldo Hongens, klantmanager jeugd bij de gemeente Goirle, vertelt zijn verhaal
“Zo’n twee jaar geleden raakte ik via de gezinsvoogd zijdelings betrokken bij Michael. Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond was toen op zoek naar een perspectiefvolle woonplek, maar was niet bekend met de zorginkoop in deze regio. Achter de schermen zocht ik contact met de zorgaanbieders die aangaven Michael geen geschikte plek te kunnen bieden. Ik heb hen gevraagd waarom dat het geval was: zij waren immers deels verantwoordelijk voor het bieden van zorg. De instanties gaven aan dat Michael niet de juiste match was met hun populatie. In zo’n geval zou het goed zijn om de escalatieladder te volgen. Dat is een procedure/werkwijze, bedoeld voor de opdrachtgevers van jeugdhulp, gemeenten en Gecertificeerde Instellingen. Het is uitgerold door inkoop Hart van Brabant en de borging hiervan is belegd binnen het Zorg- en Veiligheidshuis.’
Escalatieladder
‘De escalatieladder biedt handvatten om samen tot oplossingen te komen. Een van de eerste stappen is: Wat heeft het kind nodig en waar is passende hulp te halen? Een mogelijkheid binnen de escalatieladder is het inschakelen van het regionale expertiseteam om mogelijk tot een antwoord op deze vraag te komen. Bij het expertiseteam kunnen toegangsmedewerkers terecht voor advies als een casus verschillende domeinen overstijgt en een integrale aanpak vergt. Ik denk dat het belangrijk is dat het advies van het expertiseteam bij zo’n complexe casus bindend is en dat zorgaanbieders daar snel een vervolg aan geven. Dan komt een kind sneller terecht bij de juiste woonplek en school. Door het volgen van Michael’s verhaal kom je er dus achter dat niet alle instanties de juiste procedures kennen en volgen. Dat vertraagt het proces enorm. Misschien had de gesloten plaatsing voorkomen kunnen worden als de escalatieladder eerder in werking was getreden. De escalatieladder moet dus nog veel breder worden gedeeld.’