In de week tegen kindermishandeling was Anton Horeweg, Meester Anton, gastspreker bij de onderwijsbijeenkomst in Dongen.
Anton Horeweg is leerkracht, auteur van diverse onderwijsboeken en gedragsspecialist (MSEN). Zijn boek ‘Dit is een verschrikkelijk boek met een gouden boodschap’ zit in de toolkit Praten helpt die elke basisschool in de regio Hart van Brabant in september 2021 heeft ontvangen.
In dit boek voor kinderen vanaf 10 jaar vertelt meester Anton wat er kan gebeuren als kinderen iets ergs meemaken of als ze het thuis niet altijd fijn hebben. Veel kinderen maken iets ergs mee, zonder dat ze dat doorhebben. Dat komt omdat ze niet weten wat ‘normaal’ is. Ja, ze weten heus wel dat je niet keihard moet boeren door de klas. Of dat het niet normaal is om in de winter in je zwembroek naar school te gaan. Maar is het normaal als je thuis of op school uitgescholden wordt? Of klappen krijgt? Meester Anton vertelt hoe je je kunt voelen, met wie je daarover kunt praten, en vooral: dat het niet jouw schuld is!
Anton Horeweg vertelt waarom je kindermishandeling moet bespreken in de klas.
Waarom het ‘moet’
Kindermishandeling en seksueel misbruik. Heftige onderwerpen. Moet je dat wel bespreken in je klas? Onder andere Bicanic, hoofd Landelijk traumacentrum en Landelijk coördinator Centrum Seksueel Geweld (2020), zegt in haar video over seksueel misbruik dat kinderen eerder tot disclosure overgaan als het onderwerp bespreekbaar blijkt te zijn. In het rapport Het benutten van een krachtig signaal van Cees Hoefnagels blijkt hetzelfde. Dat is naar mijn idee een goed argument om het onderwerp bespreekbaar te maken. In een recent rapport van ZonMw staat: ‘Zorg voor blijvende aandacht voor kindermishandeling en in het bijzonder voor seksueel geweld en misbruik.’ En ‘Aandacht helpt.’
Ik dacht dat het zo hoorde
Projecten als deze geven kinderen een referentiekader. Hoe weet je dat iets niet ‘normaal’ is? Als een volwassene dat aan je uitlegt. Bovendien, zelfs als je weet dat er iets niet klopt, kun je je als kind vreselijk eenzaam voelen. Ook gaan veel kinderen en jongeren zichzelf de schuld van het gebeurde geven. Hoe belangrijk dat laatste is blijkt wel uit de reacties van hen die in deze situatie hebben gezeten en misbruikt of mishandeld zijn. En als je wel aanvoelt dat er wat mis is? Waar ga je heen als kind? Ook dat leren ze met dit boek.
Taak
Uit het rapport van Hoefnagels blijkt ook dat, hoewel leerkrachten na vriendjes of vriendinnen op de tweede plaats staan om onthullingen over mishandeling of misbruik te doen, 47% van de kinderen twijfelt of ander kinderen dit willen horen en 11% denkt zelfs van niet. Waar moet je als kind dan heen?
Er ligt naar mijn mening een taak voor school.
Ik ben geen hulpverlener
Veel mensen willen niet aan dit onderwerp denken, laat staan bespreekbaar maken. Een argument is vaak: ‘Ik ben leerkracht, geen hulpverlener.’ En inderdaad een leerkracht is geen hulpverlener. Ik ook niet. In stilte lees ik ‘Help!’ achter dit zinnetje, want het is ook eng. Wat als een kind iets vertelt, wat als een kind heel verdrietig wordt (of eigenlijk: dat laat zien, want het verdriet is er al), of als een kind erg boos wordt? Tja, daar zijn geen standaardantwoorden op, maar je kunt wel het lezen en bespreken van dit onderwerp goed voorbereiden. Het is niet iets wat je op een middagje besluit te doen omdat je tijd over hebt. Gelukkig bieden alle projecten handreikingen die goed doordacht zijn.
Weet je wel wat je los kan maken?
Inderdaad: Dit is een verschrikkelijk boek met een gouden boodschap kan ogenschijnlijk veel losmaken. Maar nogmaals, vergeet niet dat het ‘probleem’ er al is! Kinderen zitten in deze situatie en kunnen geen kant op. Ze zijn wanhopig en eenzaam. Het verwoest letterlijk hun leven. Je kunt ze dan toch geen steun onthouden omdat het ongemakkelijk is? Bij wie moeten ze dan terecht kunnen? Leerkrachten zijn vaak degenen die ze vertrouwen. Zij zijn ontzettend geholpen met een steunende volwassene. De leraar kan die volwassene zijn.
Maar hoe dan?
En nu is er dus Dit is een verschrikkelijk boek met een gouden boodschap voor groep 7 en 8. Dit initiatief heeft een duidelijk doel: Kinderen leren wat niet ‘normaal ‘ is, kinderen leren dat ze niet alleen staan en dat het nooit hun schuld is.
Schoolbrede aanpak
Bespreek met je directie en je team de noodzaak van psycho-educatie op dit gebied. Leidraad zou volgens mij moeten zijn, dat kinderen steun en hulp kunnen krijgen als ze dat willen. Dat ze in ieder geval leren dat ze niet alleen zijn, dat er volwassenen zijn die kunnen helpen, dat er sites zijn waar je erover kunt praten (of melden) en dat het nooit hun schuld is.
Wat zeggen de kinderen die misbruik en geweld hebben meegemaakt?
Kim van Laar, directeur van Team-Kim: ‘Dit boek is dan misschien wel een verschrikkelijk boek, maar naar mijn idee een heel belangrijk boek! Ikzelf had in ieder geval dit boek heel graag willen lezen toen ik net zo oud was!’
Kim Koumans, #dossierdansmisbruik: Ik heb zelf heel lang geworsteld met schuld- en schaamtegevoelens door wat ik jaren lang in de danswereld mee maakte, ik had graag willen weten dat ik dit niet als enige doorging en dat het niet mijn schuld was. Ik had dit boek graag als kind willen lezen.’
Wat zeggen je collega’s die het aandurfden?
Monique Baard, schoolbegeleider: ‘Zij heeft het gelezen met een meisje waar ze zich zorgen om maakte. Het meisje vertelde na lezing van dit boek en het zien van het filmpje dat seksueel misbruik ook bij haar gebeurd is.’
Mandy Korsten, leerkracht: ‘Ze wisten niet dat dit zo erg gebeurde (en ik had maar een paar voorbeelden genoemd). Ze gaven me het compliment dat het fijn was dat ik dit had besproken want dat had nog geen een juf eerder gedaan.’
Een leerkracht: ‘Een geweldig goed boek… Een HULP en BEGRIP voor kinderen die geen kant op kunnen… Zo begrijpelijk geschreven en hele goeie tips die er gegeven worden.. Een aanrader voor elke school…’
Anton Horeweg, leerkracht, auteur: ‘Toen ik dit boek uitreikte op basisschool De Akkers in Spijkenisse, was er een kind dat na bespreken in de klas eindelijk durfde te praten. De school wist al lang dat er iets mis was, maar kreeg er de vinger niet achter.’